Voeding

Voeding.

Voor welk hondenvoer moet ik nu kiezen

Een veel gestelde vraag. Lastig om te beantwoorden omdat er zo verschillend over wordt gedacht. De een gaat voor vers vlees, de ander voor blikvoer en weer een ander wil niet anders dan hondenbrokken.

Kwalitatief hoogwaardig hondenvoer.

Het maakt echter niet zoveel uit welk voer u uw hond geeft als het kwalitatief maar goed voer is. U speelt immers met de gezondheid van uw hond.

Alles wat er in het lichaam van uw hond gebeurt, wordt tenslotte aangestuurd door datgene wat uw hond binnenkrijgt aan voedingsstoffen.

Er wordt veel research gedaan naar kwalitatief hoogwaardig hondenvoer. Daarom bestaat er geen goedkoop goed hondenvoer. Alles heeft immers zijn prijs.

Bespaar niet op de bouwstenen voor de gezondheid van uw trouwe viervoeter.

Moet ik mijn hond steeds wat anders te eten geven.

Neen hoor. Anders dan bij mensen heeft de hond geen enkele behoefte om een grote afwisseling in het aangeboden voer te hebben. Integendeel. Veelal kunnen honden slecht tegen wisselingen in de samenstelling van het voer.

Van belang is dat u erachter probeert te komen op welk hondenvoer uw hond goed reageert. Hondenvoer waarbij de hond – naast een normale training – een goede conditie krijgt, een mooie glimmende vacht en een kleine hoeveelheid maar stevige ontlasting.

Even over dat laatste: Het lichaam van de hond gebruikt alleen de voedingsstoffen die het nodig heeft. Wanneer de ontlasting aanzienlijk en drapperig is, dan zitten er te veel stoffen in het voer welke het lichaam van de hond niet gebruikt. Dat zien we vaak bij de goedkopere hondenvoeren.

Laten we de diverse voeren eens doornemen.

Vers vlees.

Er worden diverse soorten vers vlees aangeboden. De kwaliteit daarvan is over het algemeen goed te noemen, maar toch heeft het niet mijn voorkeur.

Bij vers vlees hoeft de hond niet echt zijn tanden ergens in te zetten waarmee zijn gebit sterk wordt en het tandsteen wordt vermeden/verwijderd.

Vers vlees is daarbij veelal diepgevroren waardoor er een behoorlijke opslagmogelijkheid moet zijn (vrieskist/-kast)

In het buitenland is daarbij goed en verantwoord vers vlees vaak slecht of niet te verkrijgen waardoor u de hond moet overzetten op ander voer.

Voer in blik

Dit voedingsproduct bestaat voor het grootste deel (70 %) uit water. Ook hier hoeft de hond niet echt te kauwen met de eerdergenoemde gevolgen. Het zal u niet verbazen wanneer ook blikvoer niet mijn voorkeur heeft alhoewel de geur over het algemeen heerlijk is. Ik gebruik het vaak als eindstation bij mijn speur-oefeningen.

Hondenbrokken.

Eenvoudig op te slaan, nagenoeg overal te verkrijgen en een scala aan mogelijkheden. En juist in dat laatste schuilt het grootste gevaar.

De samenstelling van de voeren verschillen enorm waardoor uw hond vaak de benodigde voedingsstoffen niet binnenkrijgt. Dit zien we veel bij de goedkopere merken. De hond wordt dan vaak lusteloos, krijgt een slechte vacht, gaat veel krabben etc.

Mijn voorkeur gaat uit naar hondenbrokken -omdat mijn hond daar goed op reageert- maar dan wel voor een kwalitatief hoogwaardige hondenbrok.

Hoe vaak per dag moet ik mijn hond voer geven en hoeveel.

Bij een pup voert u viermaal per dag. Naarmate de hond ouder wordt en de voersamenstelling verandert (van puppyvoer naar adultvoer) breng u het aantal keren voeren terug van vier, drie naar tweemaal per dag (’s-Morgens – ’s-Avonds).

Net als in de natuur moet onze hond echter ook een beetje behoefte hebben aan zijn voeding. Hij moet min of meer een aanval plegen op zijn eerste levensbehoefte.

Persoonlijk hanteer ik de regel dat wanneer mijn hond niet direct begint te eten bij het neerzetten van het voer, dit voer direct wordt weggehaald en pas bij de volgende voedingsbeurt weer wordt neergezet. U hoeft deze regel niet te volgen maar het is wel verstandig.

Wat betreft de hoeveelheid kunt u de “algemene richtlijn” op de verpakking aanhouden. Let wel, het is een “algemene richtlijn”. Iedere hond reageert immers anders op het voer dus u moet een beetje gaan spelen met de hoeveelheden.  Wordt uw hond te dik, dan geeft u iets minder. Wordt hij te mager, dan geeft u iets meer.

Voor de duidelijkheid. De algemene richtlijn geeft een gewicht aan van de hond en een gewicht van de te geven voeding. Het aangegeven gewicht van de hond is het algemene gewicht van de hond indien hij volwassen en volgroeit is.

Wanneer is mijn hond nu te dik of te mager.

Altijd een lastig onderwerp. We houden zoveel van ons trouwe viervoeter en gunnen hem een gevuld buikje.

Toch is het van belang om uw hond goed op gewicht te houden. Niet te mager (de hond krijgt onvoldoende voedingsstoffen) maar zeker niet te zwaar (de hond krijgt te veel voedingsstoffen). Uw hond moet al dat gewicht immers ook meesjouwen.

Daarom is er een algemeen advies.

Kijk met “eerlijke” ogen naar je hond.

Zijn de ribben (duidelijk) zichtbaar en is er sprake van een sterke taille, dan is de hond (veel) te mager.

Zijn de ribben niet zichtbaar, heeft de hond geen taille of zelfs wat zijvleugels, dan is uw hond (veel) te dik.

Zijn de ribben niet zichtbaar maar voelt u ze wel tijdens het aaien en is er sprake van een lichte taille, dan is uw hond op het goede gewicht.

Maar hij kijkt zo zielig wanneer ik hem minder voer geef.

Tja, wanneer wij mensen aan het lijnen zijn, dan kijken we ook niet altijd even gezellig en zijn dan op zoek naar 0-punten-versnaperingen. Gewoon om ons gevoel van honger wat te stillen.

Nou datzelfde gaan we ook doen bij uw hond. Geef naast de normale hoeveelheid hondenvoer wat groente of fruit. Het geeft het gevoel van een vol buikje.

Sigaar uit eigen doos.

Natuurlijk is het belonen van uw hond tijdens de training en na het leveren van een goede prestatie een “must”. Waarom zou de hond anders zo goed zijn best doen.

Helaas krijgt hij daarbij wel een sigaar uit eigen doos, want – om overgewicht te voorkomen – zult u het beloningsvoer in mindering moeten brengen op de normale hoeveelheid hondenvoer.

Veel succes met uw voerkeuze.

Albert

TT&TDogtrainer.